|
Sinds 1925 biedt het Documentatiecentrum voor Menswetenschappen in de Centrale Bibliotheek van het KMMA afrikanisten een gegevensbank met bibliografische referenties uit de menswetenschappen. Het gaat niet om een catalogus met een index van de aanwinsten maar om een ware bibliografische databank die al in verscheidene vormen heeft bestaan en waarvan de online versie de recentste is. De boeken en artikels die erin zijn opgenomen werden geraadpleegd in het KMMA, maar ook in grote mate in andere bibliotheken, waaronder gedurende vele jaren de gespecialiseerde bibliotheken van Parijs en Londen.
Elk jaar werden, afhankelijk van de periode, 200 tot 300 tijdschriften systematisch uitgeplozen en geanalyseerd, en andere boeken en gezamenlijke werken geschreven in zeven verschillende talen. Tot 1982 stonden al deze gegevens voor de wetenschappers ter beschikking in een kaarten databasis in de Centrale Bibliotheek van het Museum. Ze werden ook gepubliceerd in boekvorm. Gedurende het honderdjarige bestaan van het Centrum kende de bibliografie verschillende vormen. In het begin werden de referenties op fiches geschreven en geordend in houten kaartenbakken volgens auteur en onderwerp. Vanaf 1983 werd de bibliografie met de computer verwerkt en kon makkelijker in boekvorm worden gepubliceerd. Talrijke bezoekers konden inderdaad wel die oudere infrastructuur raadplegen (die er overigens nog steeds is en die nuttig kan zijn in een historische context), maar het waren vooral deze regelmatige publicaties die de bibliografie bij een internationaal publiek een grotere bekendheid gaven. De laatste publicatie van de Bibliografie van Afrika ten Zuiden van de Sahara (Sociale en Menswetenschappen), die de jaren 1998-1989 omvat, verscheen in 1992, toen de huidige automatisering begon en de gegevens vanaf 1983 in de computer werden opgenomen.
Een stukje geschiedenis...Tijdens het Wereldcongres in Mons in 1905 werd het Bureau international d'Ethnographie (B.I.E.) opgericht, waaruit het huidige Documentatiecentrum voor Menswetenschappen is ontstaan. Het B.I.E. had als taak om zoveel mogelijk informatie over de bevolkingen van Congo en de buurlanden te verzamelen en te publiceren. De wezenlijke originaliteit van de Congolese monografieën die door dit instituut werden uitgegeven, bestond erin dat ze volgens een uniform en zeer nauwkeurig stramien werden opgesteld. Dit was gebaseerd op de etnografische vragenlijst van J. Halkin, in 1905 uitgegeven door de Société belge de Sociologie. De vragenlijst trachtte de verschillende aspecten van het leven van de inwoners te omvatten, door middel van 202 vragen die in zeven hoofdstukke waren ondergebracht. De zo verworven gegevens dienden de vergelijkende studies te vereenvoudigen.
Behalve het onderzoekswerk en de uitgifte van monografieën, had het Bureau international d'Ethnographie tevens een etnografische gegevensbank over Afrika opgericht. Een overzicht van tijdschriften en boeken werd opgesteld met de bedoeling om uiteindelijk over een bundeling met de bedoeling om uiteindelijk over een bundeling van informatie betreffende de Congolese bevolkingsgroepen te kunnen beschikken. De referenties van elk document werden volgens verschillende criteria, zoals de naam van de auteur, de etnische groep of het geografische gebied en de behandelde onderwerpen, op de klassieke steekkaarten aangebracht. Vervolgens werden de thema's volgende de 202 vragen van de vragenlijst van Halkin verwerkt. De Eerste Wereldoorlog maakte een einde aan deze onderneming.
In 1929 schonk Senator Cyrille Van Overbergh, voorzitten van het B.I.E., de gehele documentatie aan het Ministerie van Koloniën. Het Museum kreeg de opdracht om voor de conservering ervan in te staan en de voortzetting van de werkzaamheden op zich te nemen. De Afdeling Etnografie breidde zich in 1930 uit met een etnografische documentatiedienst, waarvoor Olga Boone verantwoordelijk werd. Men richtte een wetenschappelijke commissie op, samengesteld uit E. De Jonghe, J. Halkin, J. Maes, en C. Van Overbergh, om op het werk toe te zien.
Deze etnografische documentatiedienst had zich bij de oprichting tot doel gesteld om drie soorten documenten te publiceren: etnografische monografieën met betrekking to de bevolkingsgroepen van Belgisch-Kongo en de omringende gebieden, thematische monografieën basis van de vragenlijst van Halkin en een jaarlijkse etnografische bibliografie.
Al snel vormde bibliografische inventarisatie het belangrijkste deel van de activiteiten van de dienst. In vijftien jaar had de afrikanistische etnologie een aanzienlijke ontwikkeling gekend, wat zich vertaalde in een corpus wetenschappelijke teksten en in menig veldwerk. Het bleek dringend nodig om voor de onderzoekers een bibliografische inventarisatie te maken van de teksten die sinds het einde van de activiteiten van het Bureau international d'Ethnographie waren gepubliceerd.
Een eerste deel van de Bibliographie du Congo belge et des régions avoisinants. - Années 1925-1930 kwam in 1932 uit. Voor de jaren 1914 tot 1924 zijn de steekkaarten van de belangrijkste Afrika-studies opgemaakt maar nooit uitgegeven. Deze bevinden zicht in de leeszaal van de Afdeling, waar de onderzoekers ze kunnen raadplegen. Vanaf deze eerste publicatie in 1932 hielde de verantwoordelijken zich bezig met het toegankelijk maken van de bibliografie voor praktisch gebruik. De gegevens werden alfabetisch per auteur gerubriceerd. Daarnaast werden de onderzoekers in staat gesteld gegevens op te zoekn zonder dat ze noodzakelijkerwijze de naam van de auteur hoefden te kennen, doordat ze over twee bijkomende registers beschikten. Het ene register kon per onderwerp worden geraadpleegd en was volgens de Halkin-vragenlijst ingedeeld, het andere, de etnografische index, maakte gebruik van de namen van de bevolkingsgroepen in alfabetische volgorde. De bibliografie onderging in de loop van het meer dan 75-jarig bestaan nog wijzigingen, maar wat de werkwijze betreft hield men zich aan de richting die vanaf 1932 was ingeslagen.
In de jaren veertig werd afstand gedaan van de systematiek van de Halkin-vragenlijst; het beschrijvend vocabularium bleef onvermijdelijk behouden. In de loop der jaren werd een thesaurus, een alfabetische lijst van termen die bij het klasseren van de documentatie wordt gebruikt, bijeengebracht. (...) In 1959 verdween de toezichtcommissie van de Documentatiedienst omdat de leden ervan intussen waren gestorven. Op dat moment was de Dienst reeds volledig geïntegreerd in het Museum en werden de activiteiten zonder onderbreking voortgezet.
Het Documentatiecentrum begon in 1960 een samenwerking met het Parijse Centre d'Analyse Documentaire pour l'Afrique Noire (C.A.D.A.N.), dat daarna het Centre d'Analyse et de Recherche Documentaire pour l'Afrique Noire (C.A.R.D.A.N.) werd. De twee bibliografieën werden verrijkt door de uitwisseling van gegevens en analytische samenvattingen tussen de twee instituten. Aan deze samenwerking kwam in 1981 een einde.
In 1962, na de onafhankelijkheid van Congo, veranderde de bibliografie van naam en heette voortaan Bibliographie ethnographique de l'Afrique sud-saharienne. Het is duidelijk dat de naamsverandering een gevolg was van de politieke gebeurtenissen. Maar het dient gezegd dat sinds haar eerste volume de bibliografie over een geografisch gebied handelde dat zich verder uitstrekte dan de vroegere Belgische kolonies.
Na ongeveer veertig jaar documentair onderzoek en wetenschappelijke studies (cf. de twee etnische kaarten van Congo en de studies van xylofoons en trommels van Congo, Rwanda en Burundi), gaf Olga Boone in 1970 de fakkel door aan haar medewerker, Béla Lessko. Aangezet door Albert Maesen werd het domein dat de bibliografie besloeg uitgebreid met vele andere disciplines zoals sociale antropologie, sociologie, psychologie, geschiedenis, politieke wetenschappen, Afrikaanse letterkunde en linguïstiek, enz.
Datzelfde jaar werd de afdeling Sociale Antropologie en Etnogeschiedenis opgericht, onder de directie van Marcel d'Hertefelt. Het Documentatiecentrum werd erin opgenomen als een dienst die de afdeling naar het publiek toericht. Na het vertrek in 1978 van Béla Lessko ontwikkelde het centrum zich tot in 1993 verder onder begeleiding van Marcel d'Hertefelt.
In 1982 veranderde de bibliografie nogmaals van naam. Deze uitgave, ondertekend door M. d'Hertefelt, D. de Lame en A.-M. Bouttiaux, heeft betrekking op het jaar 1978 en draagt als titel Bibliographie de l'Afrique sud-saharienne - Sciences humaines et sociales.. Uit deze titel blijkt duidelijk welke verschillende onderzoeksvelden werden geïnventariseerd. Marcel d'Hertefelt was de eerste die de codering van gegevens automatiseerde, waardoor de bibliografie er opnieuw anders zou uitzien.
Marcel d'Hertefelt en Danielle de Lame, die parallel een op documenten gebaseerde analyse van de cultuur van Rwanda maakten, publiceerden in 1987 Société, Culture et Histoire du Rwanda - Encyclopédie bibliographique 1863-1980/87 wat een goudmijn aan gegevens voor afrikanisten opleverde.
In 1993 nam Danielle de Lame de leiding en moderniseerde het centrum. Er werd verder gewerkt aan de uitbouw van een computergestuurde databank. Zoals hier is aangetoond, omvat ze referenties van artikels uit tijdschriften vanaf 1983 en alle werken van de afdeling Etnosociologie en Etnogeschiedenis. De thesaurus, die radicaal werd gewijzigd na de automatisering, wordt geüpdatet naargelang de nieuwe interesses en de evolutie van de disciplines. Onderzoekers van hoog niveau kiezen gedetailleerde trefwoorden, die van de thesaurus een ongeëvenaard gebruiksinstrument maken. Deze bibliografische lijst is een aanvulling op de gegevensbank van het Afrika Studiecentrum in Leiden die ook kan worden geraadpleegd door de bezoekers van onze databank.
De databank van het Documentatiecentrum voor Menswetenschappen van het Koninklijk Museum voor Midden-Afrika is al sinds 2005 via het intern netwerk van het museum toegankelijk. Toch moest ze toegankelijker worden gemaakt voor onderzoekers, in het bijzonder voor Afrikaanse onderzoekers. Dat is ondertussen gebeurd. De deelname van de afdeling Etnosociology en Etnogeschiedenis aan het project CREATING, gefinancierd door de Commissie van de Europese Gemeenschappen, zorgde voor de nodige impuls om de thesaurus naar het Engels te vertalen en de twee versies online te zetten.
Olga Boone, Béla Lessko, Yvette van Quickelberghe, Marcel d'Hertefelt, Danielle de Lame, Anne-Marie Bouttiaux, Sophie Decock, Quentin Nolet de Brauwere, Cristiana Panella en Jeroen Cuvelier hebben gedurende jaren meegewerkt aan de databank. Cristiana Panella draagt momenteel het meeste bij, onder de begeleiding van Danielle de Lame. Jeannine Stas-Roekens is reeds meer dan veertig jaar verantwoordelijk voor het inbrengen van de gegevens. Momenteel verzorgt Diane Tonnoeyr dit deel van het werk.
ICT: Philippe Vignaux. Designer: Benoît Hardy
- Africa-Museum Tervuren, 1898-1998, Koninklijk Museum voor Midden-Afrika, Tervuren
- Bibliographie ethnographique du Congo belge et des régions avoisinantes, 26 volumes, van 1925-1930 tot 1959, KMMA, Tervuren.
- Bibliographie ethnographique de l'Afrique sud-saharienne, 18 volumes, van 1960 tot 1977, KMMA, Tervuren.
- Bibliographie de l'Afrique sud-saharienne - Sciences humaines et sociales, 7 volumes, van 1978 tot 1989, KMMA, Tervuren.
- Boone, O., La documentation ethnographique au Musée royal de l'Afrique centrale, Africa-Tervuren, X, 4, 99/102, 1964.
- de Lame, D., "Documentation africaine en Belgique (complément portant sur les années 1981-1985)", in : Actes du Colloque "La documentation africaine en Europe - Paris, 22-23 mars 1986", ACCT, CEEA, Paris, 1986, pp. 68-70.
- d'Hertefelt, M., "Analyse et recherche documentaires africaines en Belgique », in : Actes du Colloque "La documentation africaine en Europe - Paris, 22-23 mars 1986", ACCT, CEEA, Paris, 1986, pp. 53-67.
- d'Hertefelt, M. & de Lame, D., Société, culture et histoire du Rwanda. Encyclopédie bibliographique 1863-1980/87, KMMA, Tervuren, 1987.